Bodem, water en milieu
Desintegratiekosten RUD
Bij de jaarrekening 2014 is de reserve Desintegratiekosten RUD aangevuld met € 52.000 vanuit de Saldireserve. Dit was noodzakelijk omdat anders de reserve negatief zou komen, dit is niet toegestaan. Nu in 2016 de stelpost Desintegratiekosten RUD definitief wordt afgewikkeld, kan de reserve Desintegratiekosten RUD vervallen. De nog beschikbare € 52.000 moet worden terugbetaald aan de Saldi reserve. Zie ook paragraaf 2.4, desintegratiekosten RUD.
Handhavingstaken natuurwet RUD
Begin 2014 heeft PS bij de oprichting van de RUD besloten in te stemmen met desintegratiekosten van maximaal € 3,0 miljoen en het instellen van een bestemmingsreserve desintegratiekosten RUD2.0 en om de kosten terug te verdienen in de komende 7 jaar. Er is hierbij uitgegaan van een maximum van € 3 miljoen met de opdracht aan de organisatie om de oorzaak van de desintegratie kosten (de tijdelijke overcapaciteit in de overhead) zo snel mogelijk terug te dringen door het nemen van passende maatregelen. In het statenvoorstel zelf staat dat deze bestemmingsreserve jaarlijks gevoed wordt met eventuele overschotten (budgetonderschrijdingen) op de materiele budgetten voor Vergunningverlening en Handhaving die bij de provincie blijven (voor de provincie als opdrachtgever), en vanaf 2017 met de naar verwachting lagere jaarlijkse bijdrage aan de RUD Utrecht 2.0 van € 400.000.
Nu de desintegratiekosten volledig zijn terugverdiend, mede doordat de organisatie de opgedragen ‘passende maatregelen’ heeft genomen bij de komst van de BRU, kan de storting ad. € 400.000 vanuit het budget van de opdrachtgeversunit RUD in de decentralisatie Reserve RUD worden beëindigd. Deze middelen vallen vrij ten gunste van de algemene middelen. Mogelijk komt er in de Najaarsrapportage 2016 op basis van nader onderzoek een claim voor uitbreiding van het takenpakket van de RUD op het gebied van de Handhaving van de nieuwe Natuurwet.
Centralisatie bevoegd gezag BRZO
Per 1 januari 2016 komt een wijziging van het Besluit Omgevingsrecht in werking: Alle Brzo-inrichtingen (Besluit Risico Zware Ongevallen) en inrichtingen met een zogeheten RIE-4-installatie (Richtlijn Industriële Emissies-categorie 4) komen terecht bij de provincie als bevoegd gezag. Voor de Opdrachtgever RUD betekent dit een toename van 11 bedrijven aan de bedrijvenlijst. De extra middelen ad € 520.000 zijn beschikbaar gekomen via het provinciefonds en is tot 2020 opgenomen als decentrale uitkering.